367.6.1 Invoeren/Wijzigen chronologie code[//]

Nadat u de optie Invoeren of de optie Wijzigen heeft gekozen verschijnt een invulscherm:

Velden op het scherm

Code – De unieke identificatie van deze code. De code kan niet meer gewijzigd worden nadat deze is ingevoerd in het systeem.

Verwoording  - Korte omschrijving van de code in elke taal.

Type – dit is een dropdown lijst, de inhoud waarvan bepaald wordt door Authority lijst 4202.

Datum formaat - dit is een dropdown lijst, de inhoud waarvan bepaald wordt door Authority lijst 4203. Dit veld wordt alleen gebruikt wanneer u optie 0 – Datum kiest in het veld Type. Dit veld bepaalt vervolgens hoe de datum dan getoond wordt in het chronologie veld.

Geldige voorspellingen -  wordt gebruikt bij Typen 1- Maanden, 2 – Seizoenen en 5 – Dag van de week. Voor de typen 1 en 2 dient u twaalf voorspellingen (gescheiden door een komma) in te voeren, corresponderend met de twaalf maanden van het jaar te beginnen bij januari. Een geldige Seizoen aanduiding zou kunnen zijn: Winter,Winter,Lente,Lente,Lente,Zomer,Zomer,Zomer,Herfts,Herfst,Herfst,Winter. Wanneer een aflevering verwacht wordt in mei zal het systeem deze lijst gebruiken om te bepalen dat de juiste chronologie in dit geval Lente is. Uiteraard kunt u in plaats van “Lente’ en ‘Herfst’ ook ‘Voorjaar’ en ‘Najaar’ gebruiken.

Voor type 5 – Dag van de week, dient u zeven voorspellingen (gescheiden door een komma) in te voeren, corresponderend met de zeven dagen van de week te beginnen bij zondag.

Gecombineerd jaar formaat - dit is een dropdown lijst, de inhoud waarvan bepaald wordt door Authority lijst 4204 en is alleen geldig wanneer u Type 7 – gecombineerd jaar(vorig/huidig) of 8 – gecombineerd jaar (huidig/volgend) kiest. Opties zijn: 0 - YYYY/YYYY, 1 - YYYY/YY en 2 - YY/YY.

Gecombineerd jaar scheidingsteken -  wordt samen met het vorige veld gebruikt en bepaalt het teken dat gebruikt wordt om de gecombineerde jaren te scheiden. Bijvoorbeeld: wanneer het Type 7 is gekozen, en het Gecombineerd jaar formaat op 0 - YYYY/YYYY is gezet en het Gecombineerd jaar scheidingsteken op “/” is gezet, wordt een geldige voorspelling voor 1 januari 2005 getoond als 2004/2005.

367.7 Aflevering statuscodes [//]

Aflevering statuscodes worden gebruikt om de status van elke aflevering bij te houden en ze kunnen worden toegekend aan een aflevering bij binnenkomst. Wanneer een aflevering niet is binnengekomen op het verwachte tijdstip kan deze handmatig gereclameerd worden door de status Gereclameerd toe te kennen. Andere voorbeelden van codes zijn: ontvangen, geretourneerd, naar binder, gebonden, ontbrekend, verwacht, nog niet gepubliceerd, enz. Deze codes worden ook gebruikt om het overzicht met bezitsinfo op te bouwen en om te definiëren wat erin de WebOpac wordt getoond.

Er zijn 21 Aflevering statuscodes, zes gedefinieerd door de bibliotheek. De door te bibliotheek te definiëren codes zijn de nummers 15 tot en met 20 en heten Optioneel veld 1 tot en met Optioneel veld 6. U kunt deze velden gebruiken om statussen als Niet verschenen, In bewerking, enz. te definiëren.

Er kunnen geen codes worden toegevoegd aan of verwijderd uit de lijst. U kunt alleen de details van een code wijzigen.

Nadat u deze optie heeft gekozen verschijnt een overzichtsscherm:

Elke regel geeft een andere Aflevering statuscode weer en bestaat uit de Code en de Verwoording ervan.

Opties op het scherm

Wijzigen [*] - Selecteer een code en dan deze optie om de details van de code te bekijken of wijzigen. Er verschijnt een invulscherm:

Velden op het scherm

Verwoording– Korte omschrijving van de code in elke taal.

Display in OPAC onderdrukken – wanneer dit is aangevinkt worden afleveringen met deze status niet getoond in de WebOpac. Misschien wilt u bijvoorbeeld gereclameerde afleveringen niet laten zien in de WebOpac noch deelinformatie in andere modules van het systeem.

Beschouw items als 'ontvangen' in de Tijdschriftenmodule – dit bepaalt of afleveringen met deze statuscode worden behandeld als zijnde Ontvangen op het tijdschriften Ontvangstscherm. Maakt het mogelijk te specificeren dat afleveringen met de status Ontvangen, Bij binder, Gebonden, enzovoorts daadwerkelijk zijn ontvangen door de bibliotheek. De boodschap Ontvangen xx/yy op het Ontvangstscherm geeft dit aan.

Wanneer dit niet is aangevinkt, is de aflevering niet ontvangen. Wordt getoond als niet ontvangen op het tijdschriften Ontvangstscherm. De actuele status kan zijn: Verwacht, Gereclameerd, Geretourneerd of Ontbrekend.

Wanneer dit is aangevinkt, is de aflevering ontvangen. Wordt getoond als ontvangen op het tijdschriften Ontvangstscherm. Maakt het mogelijk een impliciete status Ontvangen toe te kennen, hoewel de actuele status Gebonden is.

Beschouw items als hiaten in Bezitsinfo displays – Bepaalt of afleveringen met deze statuscode wel of niet als hiaten getoond worden in de Bezitsinfo display, vanwege niet verschenen zijn of discontinuïteit in nummering of chronologie of vanwege ontbreken. Correspondeert met de USMARC Holdings velden 863/4/5 $w. Deze parameter is alleen effectief wanneer de parameter Beschouw items als 'in bezit' in Bezitsinfo displays niet is aangevinkt.

Indien deze parameter niet is ingesteld

Als een aflevering niet geregistreerd is als aanwezig in de bibliotheek, dan wordt het geëxporteerde MARC-record dat de bezitsinfo van de bibliotheek bevat, zo geformeerd dat in zo’n geval een breuk in de bezitsinfo vanwege niet verschenen zijn of discontinuïteit in nummering of chronologie wordt getoond ($w krijgt de waarde n voor niet verschenen), b.v. in het geval dat bepaalde delen niet gepubliceerd zijn. Om aan te geven dat de bibliotheek  een aflevering niet bezit, wordt in de bezitsinfonotatie dan een puntkomma gebruikt voor de breuk in de bezitsinformatie.

Indien deze parameter wel is ingesteld

Als een aflevering niet geregistreerd is als aanwezig in de bibliotheek, dan wordt het geëxporteerde MARC-record dat de bezitsinfo van de bibliotheek bevat, zo geformeerd dat in zo’n geval een breuk in de bezitsinfo vanwege ontbreken wordt getoond ($w krijgt de waarde g voor ontbreekt), b.v. in het geval dat bepaalde delen zijn gedeselecteerd. Om aan te geven dat de bibliotheek een aflevering niet bezit, wordt in de bezitsinfonotatie dan een komma gebruikt voor de breuk in de bezitsinformatie.

Beschouw items als 'in bezit' in Bezitsinfo displays – Indien deze parameter niet is ingesteld wordt het geëxporteerde MARC-record dat de bezitsinfo van de bibliotheek bevat zo geformeerd dat ofwel een breuk in de bezitsinfo vanwege niet verschenen zijn of discontinuïteit in nummering of chronologie wordt getoond ofwel een breuk in de bezitsinfo vanwege ontbreken ($w krijgt respectievelijk de waarde n of g), in een op MARC21 gebaseerd bezitsinfo overzicht weergegeven met respectievelijk een puntkomma en een komma.

Bijvoorbeeld: v.1:no1(1976:Jan.)-v.1:no.4(1976:Apr.),v.1:no.6(1976:June),v.1:no.8(1976:Aug.)-v.1:no.10(1976:Oct.)

De bibliotheek heeft noch v.1:no.5(1976:May) noch v.1:no.7(1976:July).

367.8 Doornummeringscodes [//]

Doornummeringscodes worden gebruikt om aan te geven of de nummering al dan niet doorloopt, wanneer de niveau nummering wijzigt.

Nadat u deze optie heeft gekozen verschijnt een overzichtsscherm:

Elke regel geeft een andere Doornummeringscode weer en bestaat uit de Code en de Verwoording ervan.

Opties op het scherm

Invoeren [I] – Om een nieuwe code toe te voegen. Zie paragraaf 367.8.1.

Wijzigen [*] – Selecteer een code en dan deze optie om de code te wijzigen. Zie paragraaf 367.8.1.

Schrappen [S*] – Selecteer een code en dan deze optie om de code te verwijderen. Verwijder geen codes die al in gebruik zijn.

367.8.1 Invoeren/Wijzigen doornummeringscode[//]

Nadat u de optie Invoeren of de optie Wijzigen heeft gekozen verschijnt een invulscherm:

Velden op het scherm

Code – De unieke identificatie van deze code. De code kan niet meer gewijzigd worden nadat deze is ingevoerd in het systeem.

Verwoording– Korte omschrijving van de code in elke taal.

Type – kies uit:

·                Doorlopende nummering – kies deze optie wanneer de nummering doorlopend is. Bij een publicatie met 12 aflevering per jaargang en doorlopende nummering zal het jaargangnummer opgehoogd worden na 12 afleveringen en zal de nummering van de afleveringen gewoon doorlopen. Bijvoorbeeld: v.25:no.12 wordt gevolgd door v.26:no.13 en dan v.26:no:14.

·                Herstart nummering – kies deze optie wanneer de nummering opnieuw moet beginnen wanneer het jaargangnummer opgehoogd wordt. Bijvoorbeeld: v.25:no.12 wordt gevolgd door v.26:iss.1 en dan v.26:no.2.

Let op

Het wijzigen van Type wanneer een code eenmaal in gebruik is, is van invloed op de nummering van voorspelde afleveringen.

367.9 Nummeringscodes[//]

Nummeringscodes worden gebruikt om het formaat van de nummering op nummeringsniveau te bepalen. Voorbeelden van verschillende formaten zijn: numeriek, alfanumeriek, Romeinse cijfers en vrije tekst.

Nadat u deze optie heeft gekozen verschijnt een overzichtsscherm:

Elke regel geeft een andere Nummeringscode weer en bestaat uit de Code en de Verwoording ervan.

Opties op het scherm

Invoeren [I] – Om een nieuwe code toe te voegen. Zie paragraaf 367.9.1.

Wijzigen [*] – Selecteer een code en dan deze optie om de code te wijzigen. Zie paragraaf 367.9.1.

Schrappen [S*] – Selecteer een code en dan deze optie om de code te verwijderen. Verwijder geen codes die al in gebruik zijn.

367.9.1 Invoeren/Wijzigen nummeringscode[//]

Nadat u de optie Invoeren of de optie Wijzigen heeft gekozen verschijnt een invulscherm:

Velden op het scherm

Code – De unieke identificatie van deze code. De code kan niet meer gewijzigd worden nadat deze is ingevoerd in het systeem.

Verwoording– Korte omschrijving van de code in elke taal.

Type – kies uit:

·                Numeriek – kies deze optie als de nummering van het tijdschrift numeriek is (d.w.z. 5, 25, 35, enz).

·                Alfabetisch – kies deze optie als de nummering van het tijdschrift alfabetisch is (d.w.z. nummering loopt van A tot en met Z).

·                Romeinse cijfers – kies deze optie als de nummering van het tijdschrift in Romeinse cijfers is(d.w.z. CIX).

·                Vrije tekst – kies deze optie om een constante op te nemen voor de nummering van het tijdschrift.

Let op

Het wijzigen van Type wanneer een code eenmaal in gebruik is, is van invloed op de nummering van voorspelde afleveringen.

367.10 Diversen[//]

Nadat u deze optie heeft gekozen verschijnt onderstaand invulscherm:

Velden op het scherm

Decentrale (locatie-specifieke) layouts en printen van rappels toegestaan – als dit is aangevinkt, kunt u aparte sets van layouts voor rappels definiëren voor elke locatie binnen  de MetaInstelling Tijdschriften. U genereert en print rappels dan apart voor elke locatie binnen uw MetaInstelling Tijdschriften (AFO 351/2/3).
Als dit niet is aangevinkt, wordt er maar een set layouts voor rappels gedefinieerd en wordt deze set gebruikt voor het printen van alle rappels binnen uw MetaInstelling Tijdschriften. Wanneer u AFO 351/2/3 draait, worden de rappels voor alle locaties binnen uw MetaInstelling Tijdschriften verwerkt.
De locatie van een rappel wordt bepaald door de locatie in het plaatskenmerk van het abonnement.

Onderdruk reclameren voor indexen: als dit is aangevinkt zullen er geen rappels worden gegenereerd voor items die “Index” als Type Bezitsinfo hebben en niet “Afleveringen” of “Supplement”.

Onderdruk reclameren voor supplementen: als dit is aangevinkt zullen er geen rappels worden gegenereerd voor items die “Supplement” als Type Bezitsinfo hebben en niet “Afleveringen” of “Index”.

Wachtwoord(en) om verbod op verwijderen alle ontvangen afleveringen te doorbreken: De optie in AFO 311 om ontvangsten te schrappen is beveiligd met een wachtwoord bij het verwijderen van meerdere ontvangsten tegelijk. Wanneer u meer dan één van de ontvangen, ontbrekende of gereclameerde (alles behalve verwachte) afleveringen selecteert en probeert deze te schrappen, verschijnt een waarschuwing. Vervolgens wordt u gevraagd om het wachtwoord om deze actie te bevestigen. Voor het schrappen van een enkele aflevering wordt geen wachtwoord gevraagd.

367.11 Abonnementen indexbouw [//]

Gebruik deze optie om alle abonnementen indexen voor alle MetaInstellingen Tijdschriften gedefinieerd op uw systeem de herbouwen. Abonnementen indexen omvatten de Abonnementsnummer index, de Alternatieve Abonnementsnummer index en de index met leveranciersnummers (zowel op het niveau van abonnement als het niveau van bezitsinfo).

367.12 Patroon template codes[//]

Met deze optie kunt templates voor verschijningspatronen beheren (toevoegen, wijzigen , verwijderen, kopiëren). U kunt ook templates toevoegen door gebruik van de optie "Opslaan als template" bij het definiëren van een verschijningspatroon in AFO 321 (zie de help van deze AFO voor meer informatie).
De hier gedefinieerde templates verschijnen in een dropdown lijst wanneer u in AFO 321 een nieuw type bezitsinfo definieert bij een abonnement.

Nadat u deze menu optie heeft gekozen verschijnt een overzichtsscherm:

Na installatie staan hier diverse templates. Maar het staat u vrij om deze te verwijderen en uw eigen templates te maken.

Opties op het scherm

Invoeren: Kies deze optie om een nieuwe code te definiëren. Zie sectie 367.12.1.

Wijzigen: Selecteer een code en dan deze optie om de details te bekijken of wijzigen. Zie sectie 367.12.2.

Verwijderen: Selecteer een code en dan deze optie om deze te verwijderen. Het systeem vraagt om bevestiging.

Kopiëren: Selecteer een code en dan deze optie om een nieuwe code aan te maken gebaseerd op gegevens van de geselecteerde code.

367.12.1 Nieuwe patroon template code[//]

Invoeren: Kies deze optie om een nieuwe code te definiëren. Er verschijnt een invulscherm:

Voer een unieke code in en klik op OK, er wordt een invoerscherm getoond:

Zie de help voor AFO 321 voor Wijzigen groepen Type Bezitsinfo en Algemeen voor een volledige toelichting op dit scherm.

367.12.2 Wijzigen patroon template code[//]

Wijzigen: Selecteer een code en dan deze optie om de details te bekijken of wijzigen. Er wordt een overzichtsscherm getoond:

Zie de sectie over Details verschijningspatroon voor meer informatie over dit scherm.

Let op

Niet alle opties die beschikbaar zijn in AFO 321 zijn ook hier beschikbaar.


·                     Document control - Change History

 

Version

Date

Change description

Author

1.0

July 2006

creation (as part of updates for release 2.4.2 serials maintenance)

 

2.0

March 2007

added new parameters under Miscellaneous

 

3.0

October 2007

added info on new authority lists; added new parameter under Miscellaneous; improved explanation of decentralized printing; added new option Pattern template codes

Delivered as part of 2.4.2.4 updates